Lezing voor de Kunstkring Prins Alexander (maart 2013)

Ik maak mijn Chinese schilderijen onder de naam WeiShi. Ik heb deze naam gekregen van Chinese vrienden en het betekent de eenzame, de unieke en de dageraad. Het is de letterlijke vertaling van mijn echte namen: Monica Lucienne.

Ik ben met de Chinese cultuur in aanraking gekomen op de academie in Den Haag. Ik heb daar les gehad van een traditioneel werkende Chinese meester-schilder Zhou Le Sheng. U kent het zeker wel: de met zwarte inkt geschilderde vage Chinese landschappen en de natuurgetrouwe vogeltjes op bamboestengels. De man sprak alleen Chinees en had 14 jaar gestudeerd om dit soort werk te kunnen maken. Hij deed het schilderen voor zonder 1 woord te spreken. En wij, studenten keken ademloos toe, hoe hij met grote vaardigheid met 1 streek een hele wereld wist te scheppen. Elke penseelstreek, elke dikke en dunne lijn heeft betekenis.

Ik heb een tijdje toegekeken en ben tot de conclusie gekomen dat ik mij als Westerse deze kunst met alles wat dat aan culturele lading met zich meedraagt, nooit zou kunnen eigen maken.

Mijn tweede leraar was Zhuang Hong Yi , een jonge Chinese kunstenaar die een gedeelte van zijn opleiding in China en een gedeelte in Groningen heeft gedaan en die heel kleurrijk en abstract werkt met Chinese inkt en met acrylverf op rijstpapier. Hij gebruikt meerdere lagen rijstpapier over elkaar heen en verwerkt ook objecten in zijn schilderijen. Van hem heb ik geleerd hoe je met dat kwetsbare rijstpapier moet omgaan, hoe je het moet opplakken op doek en vervolgens moet beschermen tegen vocht en hitte.

Rijstpapier is heel sterk, en heel fragiel als het nat wordt. Het is dan ook een hele klus om het papier te beschilderen en daarna op te plakken.

Ik werk vaak met meerdere lagen rijstpapier over elkaar heen, maar ook met handgeschept zijdepapier of voorgedrukt papier dat ik uit China heb meegenomen. Daarop borduur ik weer door, voeg Chinese teksten toe of tekeningen. En daar overheen komt nog een laag acrylverf, die gedeeltelijk weer wordt weggeschraapt. En tot slot komt er een dikke laklaag overheen, die ervoor zorgt dat de verschillende lagen 1 geheel worden en natuurlijk om de boel bij wijze van spreken te verzegelen en tegen vocht en hitte te beschermen.

Ik ben twee keer in China geweest, op zoek naar het juiste materialen. Het rijstpapier dat je hier kunt krijgen, is meestal papier waarop de inkt minder uitvloeit. Het is heel geschikt voor kalligrafie. Maar voor mijn abstracte werk wil ik juist rijstpapier hebben waarop de inkt of dunne acrylverf zelf zijn weg kan vinden.

In de 5de eeuw was er een schilder-schrijver Xie He, die een geschrift opstelde, de Gu hua pin lu, waarin hij zes regels voor de schilder vastlegde die de basis vormden voor de latere Chinese schilderkunst.

De regels hielden o.m. in:
- Dat een schilderij moet gi yun (de geest van het leven) bezitten;
- Hoe moet je de penselen hanteren;
- Dat  de ervaring van het verleden moet worden doorgegeven door het maken van kopieën.

Gelukkig zijn door de traditie van het naschilderen nog kopieën  bewaard gebleven, want door door hitte en vocht zijn veel oude schilderingen op rijstpapier verloren gegaan.

Ik heb in de Kunstacademie van Guanzhou gezien dat daar nog steeds heel goed het vak wordt geleerd door de klassieken na te tekenen. De traditie van het kopiëren wordt dus nog steeds in ere gehouden.

Even terug naar die lagen.

In de Westerse schilderkunst, vooral bij portretten wordt ook gewerkt met lagen. Als een schilder spreekt van een mooie huid, dan heeft hij het niet over het resultaat van de behandeling bij de schoonheidsspecialiste, maar juist over de verschillende lagen die hij aanbrengt, dun of dik waardoor de kleuren gaan stralen of waardoor er een levendige structuur ontstaat, doordat de onderliggende lagen erdoor heen schemeren. Een portret zet ik bijvoorbeeld eerst in groen tinten op. In de schaduwpartijen laat ik die zichtbaar. Zo deden de klassieke schilders het ook.
Door lagen wordt een werk interessanter, het krijgt meer diepte en de kleuren kunnen meer gaan spreken.

In mijn fotografie werk ik graag met lagen en wel in Photoshop. Het principe is hetzelfde: ik leg meerdere foto’s over elkaar heen, en laat deze min of meer transparant doorschemeren of vlak gedeeltes van de bovenste laag weg, zodat de onderst laag duidelijk zichtbaar wordt.

Ik noemde net het woord diepte. Diepte breng je aan in een schilderij of en foto door gebruik te maken van lijnen en het perspectief. U kent het wel de schilderijen, waarbij het oog getrokken wordt via dat ene glansplekje in de oorbel of de lijnen van de geweren allemaal 1 kant uitwijzen, namelijk naar de hoofdpersoon.

Bij de klassieke Chinese kunstenaars zie je niet, dat alle lijnen op een schilderij naar 1 punt op de horizon verdwijnen. Nee, zij gebruiken juist de lagen om diepte te suggereren. Dat kunnen lagen zijn, zoals ik gebruik bij de abstracte schilderijen op rijstpapier, maar ook lagen in de betekenis van voorgrond, middenstuk en achtergrond.

De Chinese moderne kunst is nog steeds vaak gebaseerd op de traditionele schilderkunst en schildertechniek, Met de komst van moderne materialen zoals acrylverf en bepaalde laksoorten heeft de schilder van nu meer vrijheid gekregen en betere mogelijkheden om het werk te conserveren.

Het is wel leuk om nog een stil te staan dat de traditionele schilderkunst is een bron van inspiratie is geweest voor Westerse kunstenaars zoals bijvoorbeeld de impressionisten waaronder Van Gogh.

En omgekeerd Chinese kunstenaars teruggrijpen op Westerse kunstenaars zoals bijvoorbeeld op Hockney en Modigliani.