Met de lensbaby, maar ook met een telelens (dichtbij scherpstellen) of een macrolens kun je lekker spelen met de onscherpte. De mate van onscherpte is afhankelijk van het gekozen diafragma. Hoe groter het diafragma, des te zachter de onscherpte. Hoeveel onscherpte is erg afhankelijk van smaak, maar over het algemeen kan je zeggen, dat mensen toch wel iets scherp willen hebben in het beeld. Een mooi onscherpte maakt de foto, sterker nog, door creatief om te gaan met de vervaagde achtergrond kan je het beeld meer kracht geven. Hoe kan je dat doen? Een van de technieken om een interessante onscherpte te krijgen is het fotograferen door vegetatie heen. Echt in de struik om tussen de bloemen kruipen dus. Een tweede techniek is de meervoudige belichting. Eén foto scherp en de tweede foto out of focus (manueel werken). Sommige camera’s hebben de mogelijkheid om foto’s combineren. Meer controle over het eindresultaat heb je als je zelf de twee beelden in Photoshop samenvoegt. Je kunt dan zelf bepalen voor hoeveel procent je de tweede foto wil laten meespelen om tot het dromerige effect te komen. De lensbaby is een derde methode om te spelen met de scherpte en onscherpte.
Ik ben hiermee nog volop aan het experimenteren. De lensbaby geeft een heel andere onscherpte dan een macro- of telelens. Meer schilderachtig, niet zo gladjes. Met een telelens zal je meer de omgeving in het beeld kunnen betrekken, mooi als je bijvoorbeeld op de voorgrond dan een wazige bloem hebt met contrastrerende kleuren. Je kunt ook gebruik maken van het tegenlicht om interessante effecten te krijgen in de achtergrond. Als het regent of sneeuwt flits ik dan ook nog in. Ik gebruik in dat laatste geval een oranje gelfilter op de flitser om zo de sneeuwvlokken wat geler te maken en daardoor iets meer te laten afsteken tegen de witte achtergrond. Ook kunnen de schitteringen van zonlicht dat weerkaatst op een wateroppervlak mooie cirkels vormen in de achtergrond.